De heer E. (Erol) Abis

Minder handen voor de klas

Ik werk met vmbo-basis leerlingen in een kleine klas van 15 á 18 leerlingen. Ik geef meerdere vakken, zodat deze leerlingen niet te veel verschillende docenten hebben. Dat geeft rust en veiligheid voor als je zelf onzeker bent of niet tegen veel prikkels kunt. In mijn brugklas wen je rustig aan de middelbare school. Ik heb veel contact met ouders, zodat we samen weten hoe het gaat.

Wat mij drijft? Mijn eigen achtergrond. Mijn vader kwam als gastarbeider uit Turkije. Ik weet wat het is om niet altijd gezien te worden, dus ik kijk echt en luister. En als een leerling zegt “ik kan niks”, dan geef ik niet op. Ik vertel over mijn eigen moeilijke momenten en hoe ik daar doorheen kwam. Dan zie ik ze groeien. Ook al ben ik geen architect geworden, wat wel mijn jeugddroom was, leef ik nu een andere droom: ik inspireer Olympia leerlingen! We parkeren soms de les en spelen een rollenspel, of praten over het echte leven. Want alleen door een fijn contact, kan ik leerlingen echt begeleiden.

De heer E. (Erol) Abis
docent mens & maatschappij en mentor brugklas ‘minder handen voor de klas’.

Mevrouw Y. (Yuna) Theuns

Nederlands leren op Olympia

Ik ben een oud-leerling van Olympia en geef nu les in Nederlands. Lesgeven vind ik fantastisch, vooral omdat het contact met leerlingen en ouders zo prettig is. Op Valentijnsdag kreeg ik zelfs een hartjesballon van een leerling met een kaartje: ‘U bent een goede docent!’ Dat vond ik zó lief!

Samen lezen we leuke boeken, zoals Pizzamafia. Stap voor stap leer je beter Nederlands, en samen lezen is veel leuker!

Mevrouw Y. (Yuna) Theuns
docent Nederlands

De heer T. (Tamer) Çetin

Van niet gezien worden naar oprechte kansen voor iedereen

Ik wilde eigenlijk politieagent worden, maar toen ik in het onderwijs terechtkwam, wist ik: dit is het. Hier kan ik ook iets betekenen voor de maatschappij. Ik kan hier echt verschil maken. Als ik terugdenk aan mijn eigen middelbareschooltijd, voelde ik me niet gezien. Ik ging een jaar weg om in Turkije naar school te gaan en toen ik weer terugkwam moest ik erg wennen. Ik dacht dat niemand me echt kende en er was geen docent in Nederland die aan mij vroeg hoe het écht ging. Dat was heel moeilijk voor me. Hier wil ik dat elke leerling zich wél gezien voelt. Soms helpt een persoonlijk verhaal, een voetbalgesprek, of gewoon even lachen. En als het moeilijk is thuis? Dan ben ik er als mentor en als mens. Olympia is een kleine school, en dat maakt het bijzonder. Ik ken ook de eerste- en tweedejaars leerlingen terwijl ik lesgeef aan de bovenbouw. Er is veel sociale controle, maar het voelt nooit streng. We kijken echt naar jou als leerling, zonder te oordelen. We geven kansen vanuit ons hart. Niet omdat het moet, maar omdat we het je gunnen.

De heer T. (Tamer) Çetin
docent maatschappijleer en maatschappijkunde

De heer T. (Teun) van Deursen

Van sportdocent naar schoolleider

Ik wilde gymdocent worden en dat was de beste keuze van m’n werkleven. Toen ik zelf in 4 vmbo zat, wist ik het zeker: ik wilde van mijn hobby mijn werk maken. Mijn mentor zei: “Dan moet je dat doen.” Dus ik ging daarna naar het mbo en door naar het hbo waar ik de opleiding tot sportdocent volgde. Zo ben ik uiteindelijk ben ik in het onderwijs beland. Ik begon als gymdocent, werd mentor en nu ben ik afdelingsleider GT. Maar het contact met leerlingen blijft het mooist. Ik wil de mentor zijn die leerlingen inspireert en helpt hun dromen waar te maken. Op Olympia werken we met kleine klassen. Leerlingen komen heel soms binnen met het idee “ik kan niks”, maar uiteindelijk zie ik ze allemaal opbloeien. Ze gaan weg met het gevoel dat ze iemand zijn en iets kunnen. Dáár doe ik het voor.

De heer T. (Teun) van Deursen
afdelingsleider vmbo-GT en docent lichamelijke opvoeding

De heer J. (Jorre) van Genderen

Van leerling tot docent

Ik liep hier ooit als leerling door de gangen, nu geef ik er Frans en Engels. Mijn eigen docent Frans, mevrouw K. (Khadija) Fabrie zag mij echt toen ik vroeger op Olympia zat. Ze heeft me geholpen om te ontdekken wat ik eigenlijk wilde gaan doen. Dankzij haar ben ik verder gaan denken. Ik koos voor de opleiding tot onderwijsassistent en liep later mijn stage bij haar, op Olympia. De school waar ik zelf dus leerling was. Uiteindelijk koos ik daarna voor de studie Frans. Dat voelde als mijn kans om mezelf te bewijzen. En kijk nu: ik geef Frans én Engels, en ik begeleid ook mentorleerlingen op vmbo-GT.

Ik vind het belangrijk dat mijn leerlingen kansen krijgen, ook als ze fouten maken. Je mag hier elke dag opnieuw beginnen. Je bent welkom, precies zoals je bent. Dat is de basis van Olympia om te groeien.

De heer J. (Jorre) van Genderen
docent Engels en Frans en mentor

Mevrouw J. (Jihane) Bellakhal

Extra ondersteuning met hart en ziel

Ik ben orthopedagoog op Olympia en werk met enkele leerlingen die net iets meer nodig hebben zoals een maatwerktraject. Dat beetje extra maakt mijn werk zo mooi. We kijken echt wat leerlingen nodig hebben. Soms zit ik in de klas, soms praat ik met ouders of zet ik een traject op. Alles om ervoor te zorgen dat een leerling de steun krijgt die hij of zij verdient. Eén verhaal raakt me nog steeds: een jongen die al lang niet meer naar school ging. Met de hulp van zijn vader én ons team kwam hij langzaam terug. En het werkte. Daar doe ik het voor. We hebben ouders echt nodig. Daarom doen we alles: gesprekken met tolken, extra contact, alles om de betrokkenheid te vergroten. Want als school en thuis samenwerken, kan een kind pas écht groeien en uiteindelijk een diploma halen.

Mevrouw J. (Jihane) Bellakhal
orthopedagoog